Waar komt de Ierse aal vandaan?
Sinds de Jaren 70 is de Ierse aal bij Dilvis verkrijgbaar. Het seizoen voor deze soort wilde paling loopt traditiegetrouw van begin mei tot en met oktober. Maar waar komt de Ierse aal eigenlijk precies vandaan? We zoomen in op de lekkerste en vetste paling ter wereld: de Lough Neagh Eel.
Waar komt de Ierse aal vandaan?
Om te kijken waar de Ierse aal echt precies vandaan komt, beginnen we bij het begin. De reis van de Ierse aal begint namelijk in de Sargassozee. Net zoals alle andere wilde soorten Europese aal. De Sargassozee is een gedeelte van de Atlantische Oceaan en bevindt zich ten oosten van de Verenigde Staten. Daar trekken de volwassen schieralen (palingen) vanuit heel Europa naartoe om te paaien en eitjes te leggen. Hoe de voortplanting van de paling precies is zijn werk gaat is nog altijd een groot mysterie. Maar wat we wel weten is dat de jonge palinglarven weer terug naar Europa keren via oceaanstromingen.
Wanneer de larven aankomen bij de kusten van Europa zijn ze een stuk gegroeid. Daarnaast zijn ze nu ook doorzichtig en daarom worden ze in dit stadium glasaal genoemd. Vanaf de kusten trekt de glasaal (en in een later stadium pootaal) via riviermondingen stroomopwaarts naar zoetwater. Dit is ook het geval met de Ierse aal. Via de riviermonding van de River Bann trekt de glasaal namelijk naar Lough Neagh. Lough Neagh ligt in Noord-Ierland ongeveer 30 kilometer ten westen van de hoofdstad Belfast en het is het grootste meer van alle Britse eilanden qua oppervlakte. Hier voedt de Ierse aal zich met insecten, larven van vliegen en kleine visjes totdat ze groot genoeg zijn om gevangen te mogen worden. Alleen hoe wordt de Ierse aal gevangen?
Hoe wordt de Ierse aal gevangen?
De Ierse aal uit Lough Neagh wordt al eeuwenlang gevangen en deze manier waarop wordt van generatie op generatie telkens doorgegeven. De lokale vissers gebruiken onder andere zogeheten longlines om de aal te vangen. Dit zijn lange lijnen met een groot aantal haken eraan. Door deze manier te gebruiken is de bijvangst minimaal. Daarom wordt de Ierse aal ook wel Ierse lijnaal genoemd, vanwege de vangstmethode dus. Nadat de Ierse aal gevangen is, importeert Dilvis de ierse aal naar Nederland. Het wordt direct van de Lough Neagh Fishermen Co-operative ingekocht. Dit is een cooperatie van visserfamilies die alle gevangen ierse aal aanleveren op een centraal punt.
De vangst van de Ierse aal staat onder strenge controle. De Lough Neagh Fishermen Co-operative, opgericht door pastoor Oliver P. Kennedy, bepaalt hoeveel, wanneer en waar er Ierse aal gevangen mag worden. Daarnaast bepaalt de Co-operative hoeveel Ierse aal er beschikbaar is voor de export per week. De heerlijke vette aal wordt in Noord-Ierland brown eel genoemd. Het is een uitmuntend palinkje om gerookte te verorberen, maar je kunt er ook mooie bakpaling of stoofaal van maken.
De Ierse aal mag ook alleen maar in een bepaalde periode in het jaar (mei t/m oktober) gevangen worden. Aan het einde van het seizoen ondergaat een deel van de ierse aal een transformatieproces, ze veranderen dan namelijk in paling of schieraal, de daar zogenoemde silvers. De schieralen die geslachtsrijp zijn, trekken weer naar de Sargassozee om zich daar verder voort te planten. Lough Neagh zorgt er altijd voor dat minimaal 40% van de schieraal kan uittrekken. Dit wordt door externe partijen gecontroleerd en geaccrediteerd. Door deze duurzame maatregelingen is de populatie Ierse aal in het Lough Neagh heel gezond en kunnen de vissers op deze manier nog generaties lang vissen op deze heerlijke Ierse aal.