Vispassage in Tholen is een succes
Sinds maart opereert er een bijzondere vispassage bij gemaal Loohoek in Poortvliet (Tholen). De passage heeft naast een vishevel over de dijk ook twee passages voor een verbinding naar het achterliggende gebied van Tholen, waaronder het natuurgebied Scherpenissepolder. Deze passages zijn vooral geschikt voor glasaal. Er zijn al 40.000 gepasseerde glasaaltjes geteld.
Veel vissen trekken in de periode van maart tot en met juli naar onze binnenwateren om eitjes af te zetten (paaien) of op te groeien. Door hermetische afsluiting van ons land met (onder andere) dijken en sluizen is dit een lastige opgave. Om de populatie op peil te houden zijn sages en aalgoten noodzakelijk.
Binnen het werkgebied van waterschap Scheldestromen zijn op dit moment zes vispassages en vier aalgoten. En zie het resultaat! Glasaal, driedoornige stekelbaarzen, brakwatergrondel en jonge aal weten de weg te vinden. Afhankelijk van de maanstand, watertemperatuur en het getij passeren soms wel 1200 glasalen of 300 stekelbaarzen per nacht. Hun aanwezigheid in het binnenwater verbetert de waterkwaliteit. Een grote diversiteit aan plant en dier draagt bij aan een gezonde leefomgeving.
1000 Glasaaltjes per etmaal
Bij gemaal Loohoek zijn in het voorjaar zo'n 1000 glasaaltjes per etmaal het binnenwater in getrokken. Ook driedoornige stekelbaarsjes weten de weg via de pijp in de dijk te vinden. Per 24 uur maken er 500 visjes gebruik van.
De trek is al over zijn hoogtepunt heen, blijkt op 9 mei als visser Peter Kooistra uit Tholen de fuik leegmaakt, in bijzijn van zijn vrouw Annet en de procesoperators Leen Andriesse en Aart Heijboer. Kooistra telt 235 aaltjes. Anderhalve week geleden haalde hij nog 1,5 kilo uit het water. Elk aaltje weegt 2,5 tot 3 gram. De meeste glasaal wordt gelokt als het water 9 tot 10 graden is.
De werking van de vispassage
Hoe werkt een vispassage? De opvangbak aan de buitenkant wordt gevoed met een lokstroom vanaf de andere zijde van de dijk. De opvangbak is hierdoor verzadigd van zoet, licht brak polderwater. Door de toevoer van dit water ontstaat er een stroom naar buiten door de opening richting de uitstroombak van het gemaal. Die opening is rond, met een diameter van 50 cm.
Door de lokstroom wordt de migrerende vis de opvangbak in gelokt. De vis zwemt dus tegen de stroom in de opvangbak in. De vis zal zich rond bewegen in de bak en door de aanwezige pomp worden opgezogen en richting de polder gepompt.
De uitstroom van de buis waar de vis doorheen gepompt wordt, komt verder in de polder uit. Dit om te voorkomen dat de vis die in de polder aankomt, direct weer in de lokstroompomp wordt gezogen of te dicht bij het gemaal uitkomt. Via Combinatie van Beroepsvissers
Bronnen:
- Eendrachtbode
- Marius van Wingerden, medewerker Waterschap Scheldestromen
Meer zien:
- Broodje paling, reportage uit VARA-programma Vroege Vogels, uitzending 19 mei 2015 (9 minuten). Over verhoging intrek van glasaal als bijdrage aan een betere palingstand. Te zien is de glasaalgoot van gemaal Overtoom in de Westzaan (Hollands Noorderkwartier). Met het kruisnetje werd vrijwel niets gevangen maar via de aalgoot werden er op 1 nacht 1000 glasalen geteld.
Commentaar Arjan Heinen (CvB) bij dit filmpje: "In deze uitzending wordt het aalbestand nog steeds verward met de hoeveelheid intrekkende glasaal. In theorie kan het echter zijn dat de record glasaalintrek in 1980 een lager aalbestand heeft opgeleverd dan de 5% glasaalintrek in 2010. Verder verschilt de palingstand erg per gebied, afhankelijk van veranderingen in de kwaliteit van het leefgebied van de paling, en het beleid van lokale beroepsvissers over aankoop en uitzet van glasaal (zie het goede voorbeeld van beroepsvisser Jeroen Los in het filmpje)."
Foto's: Eendrachtbode